NINA DE LA PARRA
Geboren tussen de Jordaan en Paramaribo-Zuid Performer, schrijver, toetsenist, zangeres, muziekschrijver
Nina groeit als kind van een Surinaamse vader en een Nederlandse moeder op in Amsterdam, met lange slingeringen naar Tanzania, Vietnam, Indonesië en Suriname. Als kind schrijft en zingt ze constant, en ziet in Madonna haar grootste confronterende voorbeeld. Op haar achttiende verruilt ze Amsterdam voor Stratford-upon-Avon, waar ze Shakespeare studeert aan de Year Out Drama Company. Tijdens haar studie Engelse Literatuur aan The University of Edinburgh regisseert ze anarchistische stukken bij het studententoneel, zoals Marat/Sade in een oud badhuis, en leert ze op een uitwisselingjaar aan de Freie Universität in Berlin het haar geliefde Duitse theater kennen: ze schrijft haar boze feministische toneelstuk Püppi, en dwaalt als verloren ziel door de gangen van de Ernst Busch Hochschule für Schauspielkunst en de Schaubühne am Lehniner Platz. Bij de interdisciplinaire, jazzy en dansende Pina Bausch-gelieerde Folkwang Universität der Künste in Essen/Bochum vindt ze haar vierjarige regieopleiding, waar ze bijna van school wordt getrapt vanwege een radicale versie van Penthesilea, en waar ze op de jazzafdeling een groep muzikanten vindt waarmee ze comedy-jazz-projecten begint op te zetten, waarin ze –tot ontsteltenis van de hiërarchische regieprofessoren- zelf zingt en speelt. Na haar afstuderen in 2015 rolt ze als regisseuse direct in het rigide Stadttheater, en slingert tussen Osnabrück, Oberhausen, Neuss en Potsdam waar ze Kafka en Melville met alleen maar vrouwen of met gender-switches regisseert. Een regiestage bij Thomas Ostermeier voert haar naar Ivo van Hove, die ze als assistent bij The Fountainhead, De Stille Kracht en Kings of War begeleidt. Ze wordt jarenlang Ivo’s rechterhand, leidt zelfstandig hernemingen, reist de wereld rond met Toneelgroep Amsterdam (nu ITA), en zet eerste stappen in Nederland als regisseuse van de starring Haarlem, Kaap Furie (Bellevue Lunchtheater), de afstudeervoorstelling van de Toneelacademie Maastricht en een route van de WijkSafari AZC.
Haar eigen liedjes en stand up comedy groeit ondertussen van een concert tussen de schuifdeuren van Amsterdam Splendor uit tot een eerste avondvullende show, waarvoor ze de Sylvia Kristel Award ontvangt en waarvoor Frank Noorland van Bellevue haar programmeert en haar aanspoort er een regisseur bij te vragen. Met Titus Muizelaar aan de hand en haar driekoppige band achter de instrumenten – met Sanne Landvreugd op saxofoon – begint Nina haar nomadische bestaan te verwoorden: in een viertalige woordenstroom van neuroses, enthousiasme, nieuwsgierigheid en zoektocht. Zonder man, zonder kind, zonder heldere identiteit, schreeuwt ze over de daken naar de dubbelbloedjes en vrouwen van de stad, en duikt in haar eigen verhaal.
Na de explosieve ontvangst van Gods Wegen (première: 2019) duikt Nina de Pandemiejaren in, pen in de rechterhand, linkerhand op haar piano, en wordt een artistiek duo met Sanne Landvreugd (bekent van de Sven Hammond bigband bij ‘Matthijs Gaat Door’ op NPO1). Samen met deze Surinaamse sisa, met geluidsontwerper Jan Heideveld, trouwe coach Titus Muizelaar en producente Danielle Kersten spring ze tussen lockdowns in de Nederlandse theaters in: ze bewerken Gods Wegen tot duo-show en Nina en Sanne staan voor 6, 20 en 30 mensen te spelen, alsof elke avond hun laatste is. Ze maken 5 monologen over de actualiteit voor het nu gesneuvelde tv-programma VPRO Mondo in de rubriek ‘Nina’s Spiegel’. Ze maken een keti koti programma voor het Nationale Theater, spelen hun versie van het Surinaamse volkslied bij Talkshow M en spelen in Paradiso. Nina begint haar Nieuwe Makers Traject met Female Economy, de theatergroep van Adelheid Roosen. Als deel van dit tweejarige ontwikkeltraject sjeest ze van pianolessen bij jazzmuzikant Robin van Geerke naar Sranan Tongo lessen, staat naakt voor een groep vrouwen over haar vagina te praten bij Vrouwen In Bad en begint aan haar eerste boek. Titus Muizelaar is bij dit alles een artistiek adviseur, spiegelende dramaturg en coach.
In oktober 2021 wint Nina de Neerlands Hoop Prijs voor Gods Wegen, voor die maker met het grootste toekomstperspectief. De jury noemt haar ‘vrije manier van denken een verademing’. Op de prijsuitreiking is de hele Nina-Roedel aanwezig en Titus ontregelt de boel met een anarchistische speech over het dubieuze woord ‘cabaret’. Nina’s boek Make Women Come verschijnt februari 2022 bij uitgeverij Pluim, en is net als haar theater een niet nader te rubriceren genre: deels feministisch manifest, deels autobiografische roman en deels gefaald zelfhelpboek. Nina is een dierenliefhebber en wisselt daarom haar nomadische kunstenaarsbestaan af met het verzorgen van een viertal biggen op een boerderij. De inofficiële dierverzorging als perfecte antithese van het autobiografisch kunstenaarschap.